Cécile
Rochus
Keramiste van emoties
Lange tijd ben ik op zoek geweest naar wat keramiek in mij openbaarde. Door klei leerde ik dat wanneer ik mijzelf centraal stelde, ik uit een bolletje klei een uniek voorwerp kon scheppen. Werken met klei leert me nog steeds geduld en traagheid op te brengen. Het onthult ook onze gebreken en zwakheden, maar bovenal sublimeert het de diepte van onze ziel.
KLEI EN IK
Mijn handen hebben voor het eerst klei bewerkt in 1997, tijdens mijn uitwisselingsjaar in Minnesota. Ik wist meteen dat ik er meer mee zou doen. Het was een kwestie van intuïtie! Maar pas een paar jaar later ontdekte ik tijdens een rondleiding een keramist bij mij in de straat. Was het toeval? Nee, ik geloof het niet. Het was het universum dat me terug op het pad van keramiek zette. Er volgde een periode waarin mijn 10 vingers niet volstonden om alles wat ik in mijn hoofd had te creëren. Klei werd mijn uitlaatklep, mijn middel van expressie! Ik moest me kunnen uitdrukken zonder tussenkomst van verstand of woorden. En toch heeft klei me soms gepijnigd door me eraan te herinneren dat ze niet liegt. De aarde draagt de herinnering aan elk van onze handbewegingen. Het is de klei die mij meesleept in het plezier van het ontdekken van gewaarwordingen, het plezier van het spelen en het verkennen van de materie, en het is ook de klei die mij in staat stelt mij opnieuw te verbinden met mijzelf en met anderen. Door middel van klei neem ik kinderen en volwassenen mee in de ontdekking van de wereld en zichzelf: geduld, doorzettingsvermogen, concentratie, veerkracht, loslaten, verankeren, maar bovenal het verbinden van het hart met de handen.
Het is om al deze redenen dat ik klei heb gekozen (of liever dat zij mij heeft gekozen) om vrij te creëren, om mij zonder grenzen uit te drukken, om mij opnieuw met mijn ziel te verbinden.